Home
   > Historie
      > Molens
De Oudheidkamer in Zevenhuizen
Geschiedenis van een gedeelte van het gebied van Nesselande: De Eendragtspolder

Ooit was de Eendragtspolder een veenmoeras. In de Middeleeuwen bleek, dat veengrond goed materiaal voor brandstof opleverde. De turf werd aanvankelijk alleen gebruikt om in eigen behoeften te voorzien, maar al snel werd turf handelswaar en turf steken een ambacht. Ondanks beperkende maatregelen van het hoogheemraadschap leidde de turfwinning tot steeds uitgestrekter veenplassen in wat toen de Zwanlaessche polder heette. Economisch gezien waren de veenplassen van weinig waarde en geleidelijk aan, werd door bedijking en droogmaling daarna, de plassen weer in cultuur gebracht. In navolging van de drooglegging van de Tweemanspolder, de polder aan de noordrand van Zevenhuizen, vroeg Hendrik van Oudheusden als ambachtsheer van Zevenhuizen octrooi aan de Staten van Holland tot bedijking van een deel van de Zwanlaessche polder en een jaar later werd een plan ontworpen tot droogmaking . Na een ingrijpende wijziging, die in feite een bezuiniging was, werd rond 1750 begonnen met de bouw van 2 z.g. "molendriegangen" in het Zuideinde. Deze molens waterden rechtstreeks uit in het nog resterende plassengebied van de Zwanlaessche polder en de Catgespolder aan de oostzijde van het Zuideinde. De twee bovenmolens stonden direct aan het huidige Zuideinde; de restanten staan er nog steeds en worden ook bewoond. De "ondermolens" en de "middenmolens" stonden verder de polder in in westelijke richting. De ondermolens en middenmolens zijn tot 1927 in gebruik geweest en daarna voor de sloop verkocht. Later bleek dat de sloop zich niet had uitgestrekt tot de funderingen.

Voordat in 1999 alles onder het zand kwam hebben vrijwilligers van de molenvereniging uit Zevenhuizen onderzoek gedaan naar de funderingen van de molens. Eén is er vrijwel ongeschonden uitgegraven en zal in de toekomst een plaatsje in de nieuwe wijk krijgen. Van de bouw en de geschiedenis van de molendriegangen is uitvoerige documentatie bewaard gebleven en dankzij de inspanningen van o.a. de heer L. van den Bos en de Vereniging Molenvrienden in Zevenhuizen is in 1997 een boekje verschenen: "Eendragtspolder van molens naar machines". Voor de inhoud van dit artikel is daar ook uit geput.

Op 13 maart 1760 werd de toenmalige droogmakerij , n.a.v. "de eendrachtelijke samenwerking" gedoopt met de naam "Eendragts polder, leggende onder Zevenhuijsen ".
Ten behoeve van de droogmaking van de Zuidplas, werd in 1826 besloten tot de aanleg van de huidige ringvaart die zou worden afgemalen op de Hollandsche IJssel. Aanvankelijk zou de ringvaart lopen tot aan de Huismanskade, maar na protest van de gemeente Zevenhuizen werd de ringvaart doorgetrokken tot aan de Hennipsloot. Nu vormt de ringvaart de grens van Nesselande aan de oostzijde.
Aan het einde van de 19e eeuw hadden vele polders hun windmolens al vervangen door stoom- en dieselgemalen. In de Eendragtspolder heeft het nog tot 1927 geduurd voordat, onder zwaar protest van de vereniging De Hollandsche Molen, het stoomgemaal aan de Rotte in gebruik werd genomen. De twee molendriegangen in het Zuideinde waren overbodig en 4 van de 6 molens zijn toen gesloopt.
Tot 1 januari 1995, behoorde de Eendragtspolder tot het grondgebied van de gemeente Zevenhuizen. Ten behoeve van de bouw van Nesselande is een deel van de polder, n.l. het gebied tussen Middelweg en Wollefoppenweg overgedragen aan de gemeente Rotterdam.

De naam Nesselande is bedacht door de afdeling straatnamen van de gemeente Rotterdam. Op oude kaarten komt in de uiterste noordwesthoek van de Eendragtspolder een klein stukje polder met de naam ‘de Nes polder" voor. Het woord Nes of ook wel nis of nisse komt in veel aardrijkskundige namen voor, b.v. in: Nes op Ameland, of Hontenisse en Spijkenisse. Het betekent drooggevallen stuk land, aangeslibd stuk nieuw land. Het heeft dus niets te maken met het begrip nat, zoals wethouder Kombrink in zijn toespraak bij het slaan van de eerste paal voor Nesselande beweerde. In zijn rubriek "Toen en Nu" in Het Kanaal signaleert Adri de Boer dit ook al.
In Rotterdam komt het begrip "nes" ook voor in de Mathenesserlaan. In die laan was woongroep De Nesse, van 1984 tot 1997 gevestigd. Nu bewoont de woongroep de boerderij "Oudersvrucht" aan de Groeneweg no. 10. Eer Nesselande was, was De Nesse!

Wie zich wil verdiepen in de historie van het gebied kan o.a. terecht bij de zeer actieve Stichting "Oud Zevenhuizen / Moerkapelle ". De stichting geeft een tijdschrift uit: Verleden Tijdschrift en beheert een historisch centrum "Ons Verleden", tel. (0180) 63 46 06.
De belangen van de molens in dit gebied worden behartigd door de Vereniging Molenvrienden Rottemerengebied, Postbus 105, 2760 AC Zevenhuizen.

Lenie Mulder ( bewoner van de Nesse aan de Groeneweg).
 
[naar boven] (17-01-03 | LM)